Het antwoordt luidt dan: Dat dit duidelijk is volgens (1) de (Islamitische) Wet, (2) volgens het verstand en volgens (3) de werkelijkheid.
Wat betreft de Wet en het verstand, dan heeft Allaah de Verhevene duidelijk gemaakt dat Hij de Moslims niet steunt en helpt, behalve als ze twee zaken tot stand brengen:
Het eerste: Het geloof in Allaah, en zijn basis is de Tawhied en de correcte geloofsovertuiging met de correcte handelingen.
Het tweede: Materialistische kracht en wapens.
Wat betreft het bewijs voor de eerste zaak, zijn de Woorden van de Verhevene: “Voorwaar, Allaah zal degene helpen die Zijn (zaak) steunt. Voorzeker, Allaah is de Sterkste, Almachtige. Degenen die als Wij hen macht geven in het land, het gebed verrichten, de Zakaat geven, en het goede gebieden en het slechte verbieden. En bij Allaah is het einde van (alle) zaken (van de schepselen).” (Al-Hadj 22: 40-41)
En de Volmaakte heeft gezegd: “Allaah heeft degenen onder jullie die geloven en goede daden verrichten beloofd dat Hij hen zeker successie zal schenken (van de huidige heersers) in het land, zoals Hij successie schonk aan degenen voor hen, en dat Hij de autoriteit zal schenken om hun religie te praktiseren die Hij voor hen heeft gekozen (d.w.z. De Islaam). En Hij zal hen voorzeker daar in plaats veiligheid geven na hen angst, (mits) zij Mij aanbidden en niets met Mij associeren (in aanbidding). Maar wie dan ook ongelovig wordt hierna, dan zijn zij de ongehoorzamen.” (An-Noer 24: 55)
De hulp van Allaah is dus voor hen die deze eigenschappen bezitten.
Wat betreft het bewijs voor de materialistische kracht, dat zijn dan de Woorden van de Verhevene: “En maak tegen hen alles gereed waar jullie in staat zijn van kracht - van oorlogspaarden (tanks, vliegtuigen, raketten, artillerie) - om de vijanden van Allaah de angst in te jagen en jullie vijanden.” (Al-Anfaal 8: 60)
En Zijn Woorden: “Nu heeft Allaah jullie (taak) verlicht, want Hij weet dat er zwakheid is in jullie. Dus als er van jullie honderd zijn die standvastig zijn, zullen zij tweehonderd overwinnen, en als er duizend zijn van jullie, zullen zij tweeduizend overwinnen met de Toestemming van Allaah. En Allaah is met de geldudigen.” (Al-Anfaal 8: 66)
Als kracht van het geloof genoeg zou zijn geweest, zou Allaah ons niet hebben bevolen om (wapens) gereed te maken om de vijand te bestrijden, en zou het aantal - van dat één van de Moslims twee zou overwinnen - geen enkele betekenis hebben. Daarom, toen de Moslims werden verslagen bij (de veldslag van) Ma-oetah trok Khaalid Ibn Al-Walied het leger terug. De oorzaak hiervoor was niet dat zij Allaah ongehoorzaam waren geweest, want dan zou Allaah dat duidelijk hebben gemaakt, zoals op de dag van Uhud plaatsvond. Ze werden alleen verslagen vanwege de zwakte van de materialistische kracht, waar de vijand meer voordeel van had. Want ze waren met een klein aantal duizend (soldaten) die tegenover meer dan honderdduizend Romeinen stonden. En wat hiervoor bewijst is de overlevering van Nawaas Ibn Sam'aan die reeds is vermeld, dat wanneer Allaah 'Iesaa 'alaihi assalaatoe wassalaam zal gebieden om naar de bergen te vluchten met degenen die met hem zijn en hem verbood van het strijden, dit is vanwege hun materialistische zwakte, in vergelijking met hun bezettende vijand.
En de Moslims van vandaag in het algemeen en de bewoners van Irak en Palestina in het specifiek - behalve wie Allaah Genadig is - hun toestand is bekend bij iedereen die Allaah ogen en inzicht heeft gegeven. Wat betreft hun religieuze toestand, dan is er zwakte betreft geloofsovertuiging en handeling wat bekend is bij iedereen die een hart bezit. Ze zijn verdeeld in hun geloofsovertuigingen, tegenstrijdig met datgene waarop hun Profeet en zijn Metgezellen zich op bevonden. Onder de Moslims deze dagen is hij die naast Allaah anderen om hulp vraagt en naast Allaah voor anderen slachtoffert en eden aflegt, en onder hen is hij die de Metgezellen van de Boodschapper van Allaah salla Allaahoe 'alaihi wa sallam beledigt, onder hen is er zelfs hij die zijn Heer, zijn Profeet en zijn religie beledigt vanwege de meest triviale redenen. En onder hen is hij die de Namen van Allaah en Zijn Eigenschappen die Hij Zichzelf heeft toegekend ontkent. En onder hen is hij die gelooft dat Allaah in de mens heerst. En onder hen is hij die een geloofsovertuiging heeft in de Awliyaa die alleen aan Allaah kan toebehoren, zoals dat hij gelooft dat zij het onwaarneembare kennen en een persoon in een noodsituatie kunnen bijstaan. Wat betreft hun tegenstrijd in de handelingen, praat er maar over, het kan geen kwaad, zoals het nalaten van de vier pilaren, en zoals het kijken naar datgene Allaah heeft verboden, en het luisteren naar datgene Allaah heeft verboden en het eten van datgene Allaah heeft verboden en enzovoorts, waar de bedoeling niet van is om het op te sommen, maar om er alleen op te wijzen.
Ibn Taymiyyah heeft gezegd: “Als de Koeffaar overheersten, dan kwam dit enkel door de zondes van de Moslims dat hun geloof deed verminderen. Daarna nadat zij berouwvol waren met de volledigheid van hun geloof, zou Allaah hen helpen. Zoals Allaah de Verhevene heeft gezegd: “Dus wordt niet zwak (tegen jullie vijand) en wees niet verdrietig, en jullie zullen superieur zijn (in overwinning) indien jullie werkelijk (ware) gelovige zijn.” (Aal 'Imraan 3: 139)
En Hij heeft gezegd: “(Wat is er met jullie?) Nadat een rampspoed jullie treft, terwijl jullie (jullie vijanden) meet twee keer groter hebben getroffen, zeggen jullie: “Van waar komt dit?” Zeg: “Het komt van jullie zelf (vanwege jullie slechte daden).” (Aal 'Imraan 3:165) (Al-Djawaab As-Sahieh 6/ 450)
En hij zei: “Als er enige zwakte was bij de Moslims en hun vijand hen overheersten, dan was dit het gevolg van hun zondes en hun fouten. Oftewel doordat zij de verplichtingen verzaakten - zowel innerlijk als uiterlijk - of door hun overtreding van de regels - zowel innerlijk als uiterlijk. Allaah de Verhevene heeft gezegd: “Degenen van jullie die zich omkeerden op de dag toen de twee groepen elkaar ontmoeten (d.w.z. De slagveld van Uhud), het was de Shaytaan die ervoor zorgde dat zij terugvielen (wegrenden van het slagveld) vanwege enkele (zondes) die zij verdienden.” (Aal 'Imraan 3:155)
En de Verhevene heeft gezegd: “(Wat is er met jullie?) Nadat een rampspoed jullie treft, hoewel jullie (jullie vijanden) meet twee keer groter hebben getroffen, zeggen jullie: “Van waar komt dit?” Zeg: “Het komt van jullie zelf (vanwege jullie slechte daden).” (Aal 'Imraan 3:165)
En de Verhevene heeft gezegd: “Voorwaar, Allaah zal degene steunen die Zijn (zaak) steunt. Voorzeker, Allaah is de Sterkste, Almachtige. Degenen die als Wij hen macht geven in het land, het gebed verrichten, de Zakaat geven en het goede gebieden en het slechte verbieden. En bij Allaah is het einde van (alle) zaken (van de schepselen).”” (Al-Hadj 22: 40-41) (Madjmoe' Al-Fataawaa 11/ 645 en zie ook 8/ 239, 14/ 424)
En daarom streden sommige geleerden niet mee tegen de Tartaren, nadat de mensen vertrokken en met Allaah associeerden (Shirk pleegden) door anderen naast Hem om hulp te vragen of door bij anderen naast Hem toevlucht te zoeken, bij de doden en dergelijke, want dit heeft niets met de Wetkundige strijd te maken die Allaah de Verhevene wil. En tot degenen die niet meededen met deze strijd behoorde Shaykh Al-Islaam Ibn Taymiyyah moge Allaah hem genadig zijn. En hij maakte dit duidelijk en verduidelijkte de aanleiding die ervoor zorgde dat Hij en andere geleerden de strijd tegen de Tartaren lieten in die tijd.
Hij zei in zijn boek “Ar-Radd 'Ala Al-Bakrie” (377): “Totdat de vijand die uit de Sharie'ah van de Islaam was uitgetreden (de Tartaren), toen zij in Damascus aankwamen, gingen zij (de mensen) naar buiten om de doden om hulp te vragen bij de graven, de plaatsen waar ze hoopten dat hun rampspoed zou worden opgeheven. En sommige dichters zeiden:
O jullie die bang zijn voor de Tartaren
Zoek steun bij het graf van Ibn 'Oemar
Zoek toevlucht bij het graf van Ibn 'Oemar
Hij zal jullie redden van de rampspoed
Zoek steun bij het graf van Ibn 'Oemar
Zoek toevlucht bij het graf van Ibn 'Oemar
Hij zal jullie redden van de rampspoed
Ik zei tegen hen: “Degenen die jullie om hulp vragen, als zij met jullie bij de strijd aanwezig waren, zouden zij zijn verslagen, zoals degenen van de Moslims werden verslagen op de dag van Uhud. Want het werd geordend dat het leger zou vallen, vanwege oorzaken die hiervoor hebben gezorgd, en vanwege een Wijsheid die betreft dit bij Allaah de Majesteitelijke was.”
En vanwege dit streden degenen die kennis bezitten van de religie niet mee dit keer, omdat er geen Wetkundige strijd was waar Allaah en Zijn Boodschapper mee hebben geboden. En vanwege datgene wat hieruit voortvloeit van kwaadheid en slechtheid, en het afwezig blijven van de gezochte overwinning bij het strijden. Er zal hierin dus geen beloning zitten van het wereldse leven, noch de beloning van het Hiernamaals voor degene die en dat kent.” Einde van zijn woorden, moge Allaah de Verhevene hem genadig zijn.
Ash-Shaykh 'Abd Al-'Aziez Ibn Rais Ar-Rais heeft gezegd: “Sommige van hen herhalen: “Waarom was het zo toen de eerste Afghaanse oorlog tegen de Russen plaatsvond, dat de geleerden Fatwaa gaven voor de Djihaad, en vandaag met de oorlog tegen de onrechtvaardige, de slechte, de onrechtplegende, de overtredende Amerika, geven de geleerden geen Fatwaa voor het gaan om de Djihaad tegen hen te voeren?”
Er wordt dan gezegd: Het verschil is duidelijk en klaarblijkend, maar niet voor iedere persoon, enkel alleen voor de geleerden en degenen die profiteerden van deze geleerden en naar hun woorden hebben geluisterd. En misschien is het de meest duidelijke manier om het verschil tussen deze twee zaken met een voorbeeld te verduidelijken, hierna keer ik terug naar de werkelijkheid:
Stel je voor dat er een Kaafir was die tegen een Moslim vecht en de Kaafir sterker is dan de Moslim, dus wil een tweede Moslim zijn Moslim broeder helpen, behalve dat er een sterke Kaafir aanwezig is die de Moslim weerhoudt om zijn broeder te helpen, en zegt: “Als jij hem helpt, zal ik de Kaafir tegen jullie helpen, en nadat ik de Kaafir tegen jullie heb geholpen, zullen we jullie verpletteren.” Is het voor de Moslim correct om zijn broeder bij te staan of om afzijdig te zijn?
Daarna na een periode, treedt er tussen deze Kaafir en die Kaafir een geschil, en zegt de sterke Kaafir tegen de Moslim: “Ga jouw broeder helpen.” Zal de Moslim zijn broeder helpen of zal hij afzijdig blijven en zeggen: “Ik ga nu niet, omdat er tussen jullie een geschil is.”? Zonder twijfel dat de verstandige persoon gebruikt maakt van deze kans en zijn broeder gaat helpen.
Als jij jezelf deze vergelijkende voorbeeld hebt voorgesteld, keren we terug naar de huidige werkelijkheid.
De eerste oorlog was volgens zijn buitenkant tussen de Russen en Afghanistan, maar de werkelijkheid was dat het tussen Amerika was en Rusland. En Amerika was sterk en steunde de Afghanen met wapentuig om de Russen te raken. En de Amerikanen met haar sterkte, gaf Saoedi-Arabië en andere (landen) toestemming om hun broeders daar te helpen, omdat zij (Saoedi-Arabië) nuttig was om de Moslims te helpen tegen de Russen. Het is niet gepast voor een verstandige of een gelovige dat hij afzijdig blijft van het helpen van zijn broeders, zelfs als het zo was dat de Kaafir hiervan profiteert.
Maar nu, de werkelijkheid van de oorlog tussen Irak en Amerika en hun helpers van de Britten en anderen, wie is met de Moslims, zodat zij in staat zullen zijn om tegenover Amerika te staan?! De werkelijkheid is dus anders geworden.
Maar als wij kracht hadden of dat een andere sterke ongelovige land ons hielp tegen de Amerikanen en zij in staat is om tegenover Amerika te staan, dan zou het voor ons verplicht zijn om onze broeders te helpen. Wat betreft de werkelijk, die is anders geworden, het is dus niet correct om dit met dat te vergelijken.” (Man Li-l 'Iraaq)
Er wordt dan gezegd: Het verschil is duidelijk en klaarblijkend, maar niet voor iedere persoon, enkel alleen voor de geleerden en degenen die profiteerden van deze geleerden en naar hun woorden hebben geluisterd. En misschien is het de meest duidelijke manier om het verschil tussen deze twee zaken met een voorbeeld te verduidelijken, hierna keer ik terug naar de werkelijkheid:
Stel je voor dat er een Kaafir was die tegen een Moslim vecht en de Kaafir sterker is dan de Moslim, dus wil een tweede Moslim zijn Moslim broeder helpen, behalve dat er een sterke Kaafir aanwezig is die de Moslim weerhoudt om zijn broeder te helpen, en zegt: “Als jij hem helpt, zal ik de Kaafir tegen jullie helpen, en nadat ik de Kaafir tegen jullie heb geholpen, zullen we jullie verpletteren.” Is het voor de Moslim correct om zijn broeder bij te staan of om afzijdig te zijn?
Daarna na een periode, treedt er tussen deze Kaafir en die Kaafir een geschil, en zegt de sterke Kaafir tegen de Moslim: “Ga jouw broeder helpen.” Zal de Moslim zijn broeder helpen of zal hij afzijdig blijven en zeggen: “Ik ga nu niet, omdat er tussen jullie een geschil is.”? Zonder twijfel dat de verstandige persoon gebruikt maakt van deze kans en zijn broeder gaat helpen.
Als jij jezelf deze vergelijkende voorbeeld hebt voorgesteld, keren we terug naar de huidige werkelijkheid.
De eerste oorlog was volgens zijn buitenkant tussen de Russen en Afghanistan, maar de werkelijkheid was dat het tussen Amerika was en Rusland. En Amerika was sterk en steunde de Afghanen met wapentuig om de Russen te raken. En de Amerikanen met haar sterkte, gaf Saoedi-Arabië en andere (landen) toestemming om hun broeders daar te helpen, omdat zij (Saoedi-Arabië) nuttig was om de Moslims te helpen tegen de Russen. Het is niet gepast voor een verstandige of een gelovige dat hij afzijdig blijft van het helpen van zijn broeders, zelfs als het zo was dat de Kaafir hiervan profiteert.
Maar nu, de werkelijkheid van de oorlog tussen Irak en Amerika en hun helpers van de Britten en anderen, wie is met de Moslims, zodat zij in staat zullen zijn om tegenover Amerika te staan?! De werkelijkheid is dus anders geworden.
Maar als wij kracht hadden of dat een andere sterke ongelovige land ons hielp tegen de Amerikanen en zij in staat is om tegenover Amerika te staan, dan zou het voor ons verplicht zijn om onze broeders te helpen. Wat betreft de werkelijk, die is anders geworden, het is dus niet correct om dit met dat te vergelijken.” (Man Li-l 'Iraaq)
bron: www.selefieforum.nl
0 reacties:
Een reactie posten