Vraag en Antwoord

Antwoorden op vragen over de Djihaad
volgens de geloofsbelijdenis van
Ahloes-Soennah Wal-Djama’ah


Dit artikel bevat een weerlegging van degenen die beweren dat de Selefies de Djihaad hebben verlaten, maar ook degenen die hen over één kam scheren met de Chawaaridj van deze tijd en hen voor terroristen en extremisten uitmaken!!!

door: Al-Iemaam al-‘Allaamah Shaych Saalih al-Fauwzaan -hafidhehoellaah-

Bron: “al-Idjaabaat al-Moehimmah fiel-Mashaakil il-Moelimmah” door al-Allaamah al-Fauwzaan, verzameling Mohammad bin Fahad al-Hoesayn blz. 62-78.

Steeds vaker zien we dat de partijgenoten (hizbies) in Nederland en België de woorden van de edele Shaych Saalih al-Fowzaan –hafidhehoellaah- proberen te misinterpreteren, door de luisteraars of lezers het idee te geven dat de Shaych aan hun kant is. Daarom vermelden we met dit artikel de exacte en recente woorden van Shaych Saalih al-Fauwzaan betreffende zaken rond de Djihaad, de regelgevingen, voorwaarden en toepassingen in deze tijd. En laten we vervolgens eens kijken of er nog wat van de woorden van de overdrijvers in het Djihaad-principe overblijft! Of zullen we dan gaan concluderen dat zij -zoals dat bekend is van hen- na de bekendmaking van dit artikel, hem -hafidhehoellaah- gaan misprijzen en bekritiseren in opvolging van hun lusten en begeerten, die wanneer zij de uitspraken en bepalingen van de geleerden niet in overeenstemming tot beide aantreffen, de overhand laten nemen, wal-‘Ijaadhen Billaah!!! Moge Allaah ons beschermen tegen elke misleidende dwaling! Amien!


Vraag: “Welke soort van Djihaad is het geweldigste, die van de kennis of die van het zwaard?”

Antwoord: “De Djihaad van de kennis komt eerst! Een persoon moet eerst hetgeen leren waar zijn geloof rechtschapen mee zal zijn (Allaah Ta’ala zegt):

Weet dat Hij la ilaaha illallaah (niets of niemand heeft het recht om aanbeden te worden, behalve Allaah, de Heer der Werelden) is en vraag (dan) om vergeving voor jouw zonden, en die van de gelovige mannen en vrouwen. En Allaah Weet wat jullie bezigheden zijn en waar (wat) jullie verblijfplaats zal zijn. [Soerah Mohammed: 19]

Dus Hij begon eerst met kennis vóór de uitspraak en de handeling! Dus eerst kennis! Allaah Ta’ala zegt:...En bestrijd hen (de ongelovigen) ermee (met de Qor`aan –as-S’adie), een geweldige strijd. [Soerah al-Forqaan: 52]

En daarna komt de Djihaad met het zwaard pas! Zodat zijn Djihaad met kennis en inzicht tot stand komt en niet volgens onwetendheid (en) gebaseerd is op fouten.”

Vraag: “Welke van de twee (groepen) is hoger gepositioneerd bij Allaah: degene die de huichelaars bestrijden of degene die de ongelovigen bestrijden?”

Antwoord: “Beide hebben een beloning bij Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala. Degenen die de huichelaars bestrijden maar ook degenen die de ongelovigen bestrijden. De huichelaars worden door middel van het woord, de pen en ontmaskering van hun twijfel zaaiing bestreden. En dit is een geweldig hoofdstuk (in het geloof), want dit is een verdediging van de Islaam, en een bescherming van het geloof. En zij (de huichelaars) worden als eerste bestreden (voor de ongelovigen) om hiermee de moslims van hun kwaadaardigheden vrij te waren. Maar ook de Djihaad tegen de ongelovigen, en deze soort van djihaad –wallaahoe ‘alem- is toch geweldiger, want hieruit vloeien grote profijten. Want, de moedjaahid (strijder) is blootgesteld aan gevaren, verwondingen en de dood. In tegenstelling tot degenen die de huichelaars bestrijdt, deze is niet dusdanig blootgesteld aan gevaren en verwondingen zoals de moedjaahid tegen de ongelovigen. Ook al heeft degene die de huichelaars bestrijdt zonder twijfel een geweldige beloning!”

Vraag: “Is het toegestaan dat de verantwoordelijke voor de activiteiten op een school (leraar) zijn studenten een djihaad-achtige opvoeding geeft? Op een manier dat hij de leerlingen in groepen deelt en elke groep een naam van een veldslag geeft, en door de studenten de laatste nieuwtjes over de moedjahidien in Tsjetsjenië e.d. te geven. En door videofilms van een aantal (hedendaags gebeurde) veldslagen, en van martelaren te vertonen. En door hen opruiende Anashied te laten beluisteren die tot het voeren van Djihaad aanzet?”

Antwoord: “De leraar heeft een verantwoording. Het is een verplichting voor hem om de studenten hetgeen te onderwijzen en te verduidelijken wat als schoolmateriaal aan hen is gegeven. Hij moet hen Fiqh, Tauwhied, Grammatica, Hadieth en Qor`aan onderwijzen en niet hier buiten treden met dingen die zij nog niet hebben bereikt, noch hun hersenencapaciteit kan bevatten en hen afhoudt van hun (werkelijke) lessen. Hij moet deze zaken dus mijden en hen alleen hetgeen onderwijzen wat in de schoolmethodiek is opgenomen. Het is genoeg voor hem om hen deze lessen te laten begrijpen, want hiermee komt hij de verantwoordelijkheid na die hem is opgelegd! Hij mag hen niet in groepen verdelen en verpesten door hen volgens de grondbeginselen van het revolutionisme op te voeden en van de (werkelijke) kennis te ontzeggen.”

Vraag: “Wat zijn de principes van de Djihaad? En is het toegestaan om deze dagen de Djihaad te verrichten of is het (hedendaags) alleen strijden?”

Antwoord: “De Djihaad, is als een regeringsleider van de moslims hier naar uitnodigt en een leger rekruteert om de landen van de ongelovigen te gaan bestrijden, dit is de Djihaad! Maar als een vaandel (of vlag) en de leiding van een bewindsman ontbreken, dan wordt dit niet als een Djihaad geacht. Dit is een zelfstandige actie. Allaah Weet alleen wat er van zal komen en wat het resultaat zal zijn. En voorwaar, de georganiseerde Djihaad die gebaseerd is op de Soennah van de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem), is hetgeen waarvoor de vaandel (v.d. Djihaad) is opgeheven, en waarvoor er een Amier (leider) is om de ongelovigen te bestrijden. En dit wordt teruggekoppeld naar de Iemaam (regeringsleider) van de moslims. Zo volstaat de authentieke Djihaad!”

Vraag: “Deze dagen zijn er personen die fatwa geven voor dat het voeren van Djihaad verplicht is1, en dat de aanwezigheid van een Iemaam (leider) geen voorwaarde voor de Djihaad is, noch dat er een vaandel geheven moet worden! Dus wat is uw mening over deze uitspraak?”

Antwoord: “Dit is de ideologie van de Chawaaridj! Wat Ahloes-Soennah betreft, zij zeggen: “Er moet absoluut een vaandel geheven worden en er moet een (Islaamitisch wettelijke) Iemaam (leider) aanwezig zijn. Zo is de Islaamitische manhadj (methodiek) sinds het tijdperk van de Boodschapper van Allaah (salallaahoe 'alayhie was sallem). Dus degene die fatwa geeft voor dat er geen Iemaam noch vaandel hoeft te zijn en dus iedereen maar gewoon zijn eigen begeerten kan gaan volgen, dan is dit de ideologie van de Chawaaridj!”


Vraag: “Er zijn er een aantal die argumenteren met de uitspraak van de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem): “De Djihaad duurt voort totdat het Uur (de Opstanding) opkomt!”2 En hij zegt: “Waarom zeggen de geleerden dat de natie in deze tijd niet in staat is om Djihaad at-Taleb3 te verrichten en dat deze tijd het meest lijkt op de eerste Mekkaanse periode. Terwijl de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) zegt: De Djihaad duurt voort totdat het Uur (de Opstanding) opkomt!”

Antwoord: “Ja het klopt dat (het principe) ‘de Djihaad’ voortduurt (tot aan de laatste Dag), maar de betekenis is dat; deze regelgeving niet is opgeheven (Nasg). Maar de voorwaarden en de onderbouwing voor de Djihaad moeten wel voltooid zijn, en dan is het voortdurend! Als echter de voorwaarden en de onderbouwing voor de Djihaad niet voltooid zijn, dan wacht men totdat de kracht, de mogelijkheden en de bereidheid van de moslims terugkeren. En dan pas bevechten zij hun vijanden! Als je -bijvoorbeeld- een zwaard of een geweer bij je hebt, kan je dan strijden tegen vliegtuigen, bommen en raketten? Neen, want dit is een verschrikkelijke overmacht! Als jij echter hetgeen bij je hebt waarmee je hun paraatheid kan confronteren of over het gelijke beschikt, dan kan je hen (pas) ontmoeten. Maar als je niets bij je hebt, dan moet je hen niet ontmoeten. Allaah Ta’ala zegt: ...En stort jullie niet door eigen toedoen in de ondergang... [Soerah Al-Baqarah: 195]

Want, dit is schadelijker voor de moslims dan dat het van voordeel voor hen is, als er al een voordeel (voor hen) in zit! Dit is wat betreft Djihaad at-Taleb. Echter wat Djihaad ad-Def’e betreft, daarbij moet je hen (de vijanden) zoveel als je maar kunt in proberen af te weren.”

Vraag: “Er zijn een aantal personen die beweren dat de leiders en de geleerden in dit land (Saoedi-Arabië) de Djihaad hebben verlaten, en dat dit een zaak van ongeloof is ten opzichte van Allaah. Wat is uw mening over hun bewering?”

Antwoord: “Dit zijn de woorden van een onwetende! Het duidt erop dat hij geen inzicht, noch kennis heeft en takfier maakt over de mensen! (Takfier = ongelovig verklaring) En dit is de ideologie van de Chawaaridj! Deze mensen cirkelen rond de ideologie van de Chawaaridj en de Mo’tazilah. Wij vragen Allaah om ons te behouden! Maar wij gaan betreffende hen niet gelijk van het slechte uit, dus zeggen we: “Zij zijn onwetenden!” Zij moeten ervoor zorgen dat zij gaan studeren voordat ze spreken! Echter als zij deze uitspraak doen terwijl zij kennis (over deze specifieke zaak) bezitten, dan is dit de ideologie van de Chawaaridj en de mensen van de Dwaling!”

Vraag: “Degene die de situatie van de moslims vandaag de dag overpeinst, ziet dat een aantal moslims worden onderdrukt door hun eigen volk, en (men ziet) dat zij niet over atoomwapens beschikken terwijl hun vijanden hier wel over beschikken, en hun situatie is het meest vergelijkbaar met de situatie van de moslims tijdens de Mekkaanse periode (v.d. Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem))! Is het dan zo dat (de verplichting van) de Djihaad voor hen onder deze omstandigheden vervalt, en dat zij zich (nu) alleen met uitnodiging, opvoeding en rectificering bezig moeten houden, en zij hun voorzorgsmaatregelen moeten treffen tot wanneer zij een gelijksoortige kracht bezitten als de ongelovigen, en zij over een vroomsoortige leiding beschikken, dat zij dan pas over een (eventuele) Djihaad beginnen te peinzen?”

Antwoord: “Ja! Allaah Djellah wa ‘Ala zegt: Vrees Allaah voor zover jullie kunnen! [Soerah At-Taghaaboen: 16]

En de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) die zegt: “...En als ik jullie iets opdraag verricht dan hetgeen ervan wat jullie aankunnen!” Overgeleverd door Boechaarie (7288) en Moslim (1337) op gezag van Aboe Hoerayrah (radiallaahoe 'anhoe).

Dus als de moslims niet in staat zijn om hun vijanden te bestrijden dan strijden zij niet, behalve als zij omringd zijn. Want, dan moeten zij hun vijand bestrijden door middel van verdediging (van hun land). Maar wat betreft de strijd van aanval en expeditie, dit volstaat niet behalve als daar de middelen voor zijn. Maar het is niet toegestaan voor de moslims om op een zwakke positie te blijven plakken. Neen, het is voor hen een verplichting om zich voor te bereiden. Zij beschikken immers over de mogelijkheden, zij hebben geld, kunnen fabrieken bouwen, kunnen onderwijs vergaren en oefeningen uitvoeren. En Allaah ‘Azzowe Djellah zegt:

En breng wat jullie kunnen aan kracht (oorlogstuig) bij elkaar, om hen mee te bevechten, waaronder strijdrossen (paarden, voertuigen etc.) om daarmee de vijanden van Allaah en jullie vijanden angst aan te jagen, en ook anderen die jullie niet kennen maar die Allaah wel Kent. En wat jullie ook aan bijdragen uitgeven op de Weg van Allaah, Hij zal jullie volledig vergoeden. En jullie zal geen onrecht worden aangedaan. [Soerah Al-Anfaal: 60]

Dus de moslims die beschikken over geld en mogelijkheden! En daarom is het voor hen een verplichting om de krachten bij elkaar te verzamelen, fabrieken te bouwen, wapens te verzamelen en zichzelf gereed te maken voor de vijanden. En zij mogen niet op deze zwakke positie vast blijven plakken. Want, tot wanneer blijven zij hier dan op? Allaah Djellah wa ‘Ala heeft deze wereld en hetgeen zich daarop bevindt voor de onderworpenen aan Allaah (de moslims) geschapen. (Allaah Ta’ala zegt):

...Zeg: “Het is voor de gelovigen in deze wereld en uitsluitend (voor hen) in het hiernamaals.” Zo zetten Wij de Verzen uiteen aan een volk dat weet. [Soerah Al-‘Araaf: 32]

Allaah heeft dus deze wereld en hetgeen daarop is specifiek voor de onderworpenen (de moslims) geschapen, alleen zijn de moslims (zichzelf) tekort geschoten en hebben de vijanden het van hun laten afnemen. Terwijl het niet voor hen bestemd is maar voor de moslims.”


Vraag: “Wat zijn de zaken die het martelaarschap ongeldig maken? En valt het hebben van schulden hieronder? En wat is de regelgeving hiervan als de Djihaad, Fard al-‘Ayn4 (individueel verplicht) is?”

Antwoord: “Eén van de zaken die het martelaarschap op het Pad van Allaah ongeldig maken is, wanneer zijn intentie niet omwille van overheersing van het Woord van Allaah (la illaha illa Allaah) is. Dit weerhoudt het martelaarschap, zoals de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) heeft gezegd:

“Wie strijd omwille van dat het Woord van Allaah het overheersende is (wordt), hij is op het Pad van Allaah (Djihaad)!” Overgeleverd door al-Boechaarie (7458), Moslim (1904) op gezag van Aboe Moesaa al-Ash’arie (radiallaahoe 'anhoe).

Dus als zijn intentie (met de Djihaad) omwille van iets anders dan Allaah is dan weerhoudt dit het martelaarschap en zal hij aan de hand van zijn intenties verrekend worden! Wat betreft de lening5 dit weerhoudt het martelaarschap niet, maar het weerhoudt de vergeving van zonden. De martelaar wordt op het moment dat de eerste druppel bloed van hem vergoten wordt (voor alles) vergeven, behalve voor zijn schulden. Want, hiervoor wordt hij alleen vergeven als hij het betaald, of als de schuldeigenaar hem de schuld ontzegt. Want, de rechten van de schepselen zijn gebaseerd op nakoming, het moet; of door hen (schuldeigenaren) ontzegt worden of de rechten moeten aan hun teruggegeven worden. Maar wat betreft de rechten van Allaah, die zijn gebaseerd op vergeving en ontzegging door Hem, Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala.”

Vraag: “Wat is de regelgeving voor de Djihaad in deze tijd? En waar kunnen we die vinden? En is het voor ons toegestaan om onder het vaandel van een ongelovige leider of een innoveerder te vechten, want sinds de gebeurtenissen van de afgelopen periode zijn er vele onduidelijkheden naar ons toegekomen over deze zaak?”

Antwoord: “Het is niet toegestaan om onder het vaandel van een kaafir (ongelovige) te vechten, want dit is geen Djihaad! Vecht niet, behalve onder het vaandel van de moslims en met de moslimgroep (Djamaa’atoel-Moslimien).6”

Vraag: “De hadieth die in Boechaarie staat: “Voorwaar, de Iemaam is een bescherming. Langs hem wordt er gestreden en via hem wordt er afgeschermd.” Overgeleverd door al-Boechaarie (2957) en Moslim (1841) op gezag van Aboe Hoerayrah (radiallaahoe 'anhoe).
Is dit een argument voor de bewering van dat er persé een vaandel voor de Djihaad geheven moet worden door de Iemaam?”

Antwoord: “Ja, dit is een bewijs in dit onderwerp! De Iemaam ‘is een bescherming’ i.e. een kleed is, voor de moslims waarmee zij zichzelf beschermen tegen hun vijanden. ‘Langs hem wordt er gestreden’ i.e. langs deze bescherming. En er is geen twijfel over dat het leiderschap van de moslims en de Iemaam van de moslims een geweldige gunst voor de moslims is. Zij strijden met hem (tegen hun vijanden), hij leidt hen, organiseert hen, kiest voor hen de juiste beslissing en velt de verstandige mening. De aanwezigheid van een Iemaam is dus een gunst van Allaah, de Iemaam bewerkstelt de (Islaamitische) grenzen, de Iemaam schenkt de rechten aan degene die onrecht is aangedaan, met de Iemaam zorgt Allaah ervoor dat veiligheid over het land uitstrekt. De Iemaam is een gunst van Allaah Azzowe Djellah!”

Vraag: “Een aantal jongeren gaan in deze dagen naar verschillende plekken om Djihaad te voeren. Zij beweren dat dit Fard-al-‘Ayn (individueel verplicht) is, omdat zij dit gehoord hebben van een aantal studenten van de kennis.7 Dus is deze handeling correct?”

Antwoord: “Het is voor hun niet toegestaan om naar een Djihaad te gaan alleen met toestemming van de Iemaam (moslimregeringsleider), want zij zijn onderdanen. En de onderdanen die ‘moeten’ de leider gehoorzamen. Als hij hen toestemming geeft dan resteert alleen nog de toestemming van de twee ouders. Hij gaat dus niet, behalve als hij toestemming van zijn beide ouders heeft. Want, er kwam een man naar de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) om toestemming bij hem te krijgen voor de Djihaad. Hij (salallaahoe 'alayhie was sallem) vroeg hem: “Zijn je ouders nog levend?” Hij (de man) zei: “Ja.” Hij zei: “Dan doe Djihaad met hen!” Overgeleverd door al-Boechaarie 3004 en Moslim 2549 op gezag van ‘Abdoellaah ibn ‘Omar (radiallaahoe 'anhoemaa). [i.e. door hen beide te dienen en gehoorzaam te zijn.] Hij liet hem dus terugkeren naar zijn ouders. En dit is een bewijs voor de noodzaak van de toestemming van de ouders, na de permissie van de regeringsleider.”


Vraag: “O weledele (Shaych), heeft u een aanbeveling geschreven voor een boek met als titel: ‘Een boek dat gidst naar de verduidelijking betreffende de waarheid van de wetsbepaling voor al-Djihaad’ (‘Risaalatoel-Irshaad ila Bayaan al-Haqq fie Hoekam al-Djihaad’)8. Geschreven door de edele Shaych Ahmed an-Nedjmie, en adviseert u (ons) om dit boek te lezen?”

Antwoord: “Ja het boek is een refutatie van een aantal personen (‘Abdoellaah ‘Azzaam) -die geassocieerd worden met de kennis- en beweren dat het een verplichting voor de mensen is om te gaan strijden, zelfs als hun ouders het hier niet mee eens zijn. Dus heeft Shaych Ahmed hem weerlegd en zijn fouten betreffende deze zaak(en) verduidelijkt. Het is dus een goed boek!”

Vraag: “Als mijn ouders naast mij ook nog andere zonen hebben, en dus niet afhankelijk van mij zijn. Als zij iets nodig zouden hebben om hun behoeften te vervullen dan zijn mijn broers daar in plaats van mij. En zij hebben geen enkele reden om mij niet naar de Djihaad te laten gaan, behalve dan hun vrees voor mijn sterven op het Pad van Allaah. Wat is hier dan de regelgeving voor?”

Antwoord: “De regelgeving is dat je je vader gehoorzaamt. Zelfs al heeft hij honderd zonen die hem van zijn behoeften voorzien. Sinds hij tegen je heeft gezegd om niet te gaan, dan moet je hem gehoorzamen en goed tegenover hem zijn, als je tenminste de beloning wilt behalen. Maar wanneer je liever je eigen mening volgt, dan is dat aan jou. En als je de beloning wilt dan gehoorzaam je vader, en verlaat je hem niet terwijl hij kwaad op je is, of dat hij je geen toestemming heeft gegeven. Want, zijn rechten komen gelijk na de rechten van Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala. Doch een aantal mensen kijken neer op hun vaders en zeggen: “Mijn vader die heeft geen mening, noch een idee en noch begrijpt hij iets!” Zij minachten hun ouders –wal ‘Iyaadhen Billaah- en keren niet tot hen terug en denken dat zij het allemaal wel beter weten dan hun ouders. En dit is niet toegestaan!”

Vraag: “Is het toegestaan om naar de Djihaad te gaan zonder toestemming van de regeringsleider, terwijl de ouders het goed vinden?”

Antwoord: “Met wie gaat hij dan op Djihaad? En wie is dan de Iemaam onder wiens vaandel je wilt gaan strijden? Ook hebben de landen onderlinge overeenkomsten, je moet dus de toestemming van de leider hebben om het land uit te gaan. De (Islaamitische) zaken die hebben grondslagen, het is niet gebaseerd op warboel! Dus als de bewindsman je toestemming verleent, en je ouders, en je over de mogelijkheid beschikt om te gaan, dan (pas) is het goed.”

Vraag: “Wat is de regelgeving voor het gaan naar de Djihaad zonder de permissie van de bewindsman? Want, de moedjaahid zijn zonden worden vergeven bij de eerste druppel bloed (die van hem vloeit). En is hij dan Shahied (martelaar)?”

Antwoord: “Hij is geen moedjaahid (strijder) als hij zijn regeringsleider en zijn ouders ongehoorzaam is en (toch) gaat. Voorwaar, hij is dan geen moedjaahid maar hij is dan een zondaar!”

Vraag: “Is de Djihaad in onze tijd verplicht? En komt de refutatie van degene die argumenteert met de hier volgende uitspraak van de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) tot stand:

“Als jullie kooptransacties gebaseerd zijn op renten, en jullie de staarten van de koeien beetpakken en de Djihaad verlaten; dan zal Allaah vernedering op jullie neer laten komen, die Hij niet zal wegnemen totdat jullie terugkeren naar jullie geloof.” Overgeleverd door Iemaam Ahmed (4825) en Aboe Y’alaa (5659) e.a., en hij beschikt over verschillende wegen die allemaal op gezag van ‘Abdoellaah ibn ‘Omar (radiallaahoe 'anhoemaa) zijn. En hij is authentiek verklaard door al-Albaanie.

Antwoord: “Als de moslims over kracht bezitten waarmee zij de Djihaad en de strijd op de Weg van Allaah kunnen verwezenlijken, dan is dit verplicht voor ‘de machthebber’, want de rekrutering van een leger voor de Djihaad is één van de bevoegdheden van de machthebber. Hij kan het leger zelf aanvoeren of daarvoor iemand anders aanstellen zoals de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) dat ook heeft gedaan. Maar als de moslims niet de mogelijkheid hebben om tegen de koeffaar te vechten, dan stellen zij de Djihaad uit totdat zij wel over deze mogelijkheid beschikken. (In deze situatie –van zwakheid-) dan is hun strijd gebaseerd op verdediging. Zij verdedigen dus hun landen tegen degenen die hun landen bedoelen en hun landen binnenvallen. Een strijd van verdediging van hun eer (bezit etc.). Als zij echter over kracht beschikken dan vechten zij in de aanvalsstrijd om zo de Islaam te verspreiden. Dit alles gaat onder een vaandel die door de (regerings-)leider der Moslims uitgeroepen wordt. Deze vaandel voert hij zelf uit of hij stelt iemand daarvoor aan als plaatsvervanger. En dit is iets bekends in de boeken van de Djihaad en die van de ‘Aqiedah; dat de Djihaad plaatsvindt onder gezag van de regeringsleiders en onder gezag van de geleerden. Zij zijn degenen die onder één vaandel de zaken aangaande de Djihaad behartigen. Het is niet toegestaan dat er verschillende vaandels door verschillende groepen (Djama’aat) geheven worden, want dit veroorzaakt onenigheid en geschil tussen deze groepen waardoor zij niets zullen bereiken!”

Vraag: “Wat is uw mening over degene die de Djihaad in onze hedendaagse tijd verplicht stelt? En als één van hen (toch) vertrekt om de Djihaad te gaan verrichten is hij dan zondig?”

Antwoord: “De Djihaad komt niet tot stand behalve als de voorschriften en voorwaarden daarvoor voltooid zijn. Maar zolang de voorschriften noch de voorwaarden zijn voltooid dan is er geen Islaamitische wettelijke Djihaad (mogelijk). Want, (als zij zonder de voltooiing van de voorschriften en voorwaarden toch op Djihaad gaan) dan zal dit meer schade aan de moslims berokkenen dan dat het gedeeltelijke voordelen bewerkstelt. En dit is niet toegestaan! (Dus) zolang de Djihaad niet aanwezig is door middel van voltooiing van zijn voorschriften en voorwaarden, en de aanwezigheid van de Islaamitische leiding en het moslimvaandel; dan is de (echte) Djihaad niet verwezenlijkt, zelfs als een persoon een goede intentie heeft en de Djihaad graag wil. Hij wordt dan beloont voor zijn intentie, maar is hierin toch fout!”

Vraag: “U heeft –hafidhekoemoellaah- vermeld dat het verplicht is om rekening te houden met de omstandigheden van de moslims en ervoor te zorgen dat men de ongelovigen die verplicht bestreden moeten worden onderscheidt van degenen waarvan men zich onthouden moet. Ik wens van uwe edelheid een aantal voorbeelden van degenen waarvan men zich onthoudt, en wat de periode is dat zij niet bestreden worden, en wat de omstandigheden zijn waarin men zich van (hun) bestrijding onthoudt?”

Antwoord: “Degene waarvan men zich onthoudt (om hen te bestrijden) zijn:


Als Eerste: Degene die wij niet kunnen bestrijden, zij worden onthouden (van de strijd).

Ten Tweede: Degene die tussen hen en de moslims een verbond en overeenkomst hebben afgesloten, het is verboden om hen te bestrijden, totdat de overeenkomst is afgelopen of dat zij verraad plegen door het verbond te breken. Maar zolang het verbond aanwezig is en zij zich er aan houden is het niet toegestaan voor de moslims om hen te bestrijden.9Allaah Djellah wa ‘Ala zegt:

Zolang zij gestand met jullie blijven, blijven jullie met hen gestand. Voorwaar Allaah Houdt van de Godsvrezenden! [Soerah At-Towbah: 7]

En als jij verraad vreest van een volk... d.w.z. als zij bondgenoten zijn ...Hef (het verbond) dan wederzijds duidelijk op... [Soerah al-Anfaal: 58]

Als je dus het verbond tussen jou en hen wilt verbreken, dan moet je ze daar (duidelijk) kennis van geven. Je openbaart dit aan hen zodat het duidelijk voor hen is! Want, een ‘verbond’ is niet iets makkelijks! Allaah Djellah wa ‘Ala zegt:

...En komt de belofte na. Voorwaar, over de belofte zal navraag gedaan worden (op de Dag der Opstanding)! [Soerah al-Israa`: 34]


Verbreking van een verbond is niet toegestaan behalve als daar een Islaamitisch wettelijke (toegestane) reden voor is. En dit mag dan alleen gebeuren met toestemming en in opdracht van de Iemaam (leider) die dit verbond met hen heeft afgesloten. Hij is degene die dit verbond tekent en hij is ook degene die het verbreekt als daar een geldige reden voor is. Dit valt onder de bevoegdheden van de Iemaam en niet onder de bevoegdheid van iedereen.”

Vraag: “Wat is de regelgeving betreffende de Djihaad in deze tijd terwijl de regeringsleider het verbiedt?”

Antwoord: “Er is geen Djihaad alleen als er toestemming is van de regeringsleider en het is niet toegestaan om tegen hem te mokkeren. Er moet een vaandel geheven worden en er moet toestemming zijn van de regeringsleider, want dit valt onder zijn bevoegdheid. En hoe wil jij dan gaan strijden terwijl je niet onder het vaandel en niet onder het leiderschap van de bevelhebber van de moslims bent?”

Vraag: “Wordt de verbieding van de graven-, voorwerpenaanbidders en ahloel-bid’ah voorgesteld op de Djihaad tegen de Koeffaar (ongelovigen)?”

Antwoord: “Zij zijn allen koeffaar. De gravenaanbidders zijn koeffaar, er is tussen hen (en de ongelovigen) geen verschil. Alleen kan het zijn dat er gezegd wordt dat, de gravenaanbidders afvalligen zijn want zij waren moslims en vervolgens zijn zij de graven gaan aanbidden en pleegden apostasie. Zij worden dus behandeld als afvalligen!”

Vraag: “Als een man nou op pad gaat naar de Djihaad, terwijl zijn ouders niet tevreden zijn met zijn Djihaad, en dan sterft wordt hij dan gezien als martelaar?”

Antwoord: “Hij wordt dan gezien als ongehoorzaam tegen over zijn ouders, en ongehoorzaamheid aan de ouders is een van de grote (grootste) zonden. Wat betreft zijn martelaarschap, Allaah weet het beter of het geaccepteerd wordt, ik weet het niet! Maar zelfs als hij als martelaar zou worden gezien dan is hij toch nog ongehoorzaam aan zijn ouders. En misschien kan men zeggen: “Zijn weggaan is niet wettelijk, hij is dus niet op het Pad van Allaah.”

Vraag: “Wat zijn de voorwaarden voor de Djihaad? En zijn deze voorwaarden nu voltooid?”

Antwoord: “De voorwaarden voor de Djihaad zijn bekend:

Dat de moslims over kracht bezitten waarmee zij het aankunnen om de ongelovigen te bestrijden. Dat zij kracht hebben en over de mogelijkheden beschikken waarmee zij de koeffaar kunnen bestrijden. Dit is absoluut noodzakelijk! Als zij echter geen mogelijkheden hiertoe hebben en niet bij krachten zijn dan is er voor hen geen Djihaad. En de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) en Zijn metgezellen verbleven voor de emigratie (naar Medienah) in Mekka, de Djihaad was toen niet legitiem voor hen omdat zij daartoe niet in staat waren.

De Djihaad moet ook onder het gezag van een Islaamitisch leiderschap plaatsvinden, en met opdracht van de regeringsleider, want dit valt onder de bevoegdheden van de moslim regeringsleider. Hij is dus degene die hiertoe opdracht geeft, het organiseert, de verantwoording over heeft en er toezicht op houdt. Het valt dus niet onder de bevoegdheden van Jan en alle man of elke groep, die gaan en strijden zonder toestemming van de regeringsleider.”

Vraag: “Wordt degene die naar de Djihaad gaat zonder toestemming van de (zijn) regeringsleider, en vervolgens sterft als martelaar gezien of niet?”

Antwoord: “Het is dan zo dat hij geen toestemming had voor deze strijd, en daarom is zijn strijd niet wettelijk. En ik zie niet in dat hij dan Shahied (martelaar) zou zijn!”


Voetnoten;

1 Voetnoot: De geleerden hebben de situaties aangegeven waarin de Djihaad een individuele verplichting (Fard al-‘Ayn) is:

(1) Als hij aanwezig is tijdens de strijd,
(2) Als de vijand zijn stad omsingeld heeft,
(3) Als de rechtmatige Iemaam (moslimleider) hem oproept tot de Djihaad,
(4) Als hij als individu nodig is omdat hij bijv. over capaciteiten beschikt die het leger nodig heeft.


Zie hiervoor o.a.: Sharh al-Momt’i deel 8. blz: 7-11 door al-Iemaam Mohammed Saalih al-‘Othaymien, Risaalah al-Irshaad ila Bayaan al-Haqq fie Hoekm al-Djihaad door al-‘Allaamah Shaych Ahmed an-Nedjmie blz. 84, Dawaabit al-Djihaad fie as-Soennah an-Nabawieyyah door Shaych Drs. Mohammed ibn ‘Omar Baazmoel. En de vele andere boeken van ‘Ahloes-Soennah’ die gaan over het hoofdstuk van de Djihaad.

2 Voetnoot Mohammed ibn Fahd: (samenvatting) dit is geen uitspraak van de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem), hetgeen met deze tekst overlevert is, is zwak. Het is echter zo dat de geleerden van de ‘Aqiedah deze zin gebruiken zoals o.a. Iemaam Aboe Dj’afer at-Tahaawie in zijn ‘Aqiedah en anderen.

3 Voetnoot vertaler: De Djihaad is verdeeld in twee categorieën:

(1) Djihaad at-Taleb (Djihaad van de aanval): wat in eerste instantie geordend is voor verspreiding en uitnodiging naar de Islaam en niet voor de lust van het vechten of moorden zoals een aantal dwazen dat beweren.

(2) Djihaad ad-Def’e (Djihaad van de verdediging): wat geordend is voor als een Islaamitisch land of volk wordt aangevallen door een vijand.

4 Voetnoot vertaler: Fardoel-‘Ayn: Dit is de belasting van elke ziel met verplichtingen die het zelf ‘moet’ uitvoeren, niemand anders dan alleen hij kan deze daden verrichten behalve hijzelf. Een aantal voorbeelden zijn, het geloof in: Allaah, de Reiniging, de Salaah, de Zakaat etc. Het zou niet van hem geaccepteerd worden wanneer hij iemand anders voor hem laat getuigen, bidden, vasten etc... Degene die deze soort niet uitvoert is daarom ook zelf schuldig en wordt hier ook geheel en al voor verantwoordelijk gesteld in deze wereld en in de wereld hierna!

Fardoel-Kiefajah: Dit is de belasting van de gehele gemeenschap in zijn totaliteit, op een manier dat wanneer er ‘genoeg mensen van de gemeenschap’ deze soort van verplichtingen uitvoeren dan is het niet meer verplicht voor het resterende gedeelte van de gemeenschap. Een voorbeeld hiervoor is o.a. specifieke kennis zoeken, het Djanazah (doden) gebed verrichten e.d., want wanneer er genoeg mensen voor een desbetreffende dode bidden dan is het niet meer verplicht voor het resterende gedeelte dat niet aanwezig kon zijn. Wanneer er echter te weinig mensen deze soort uitvoeren dan is de gehele gemeenschap zondig.

5 Voetnoot Mohammed ibn Fahd: Dit is overgeleverd in verschillende Hadieth, o.a. hetgeen is overgeleverd door Moslim (1885) op gezag van Aboe Qataadah (radiallaahoe 'anhoe), en (1886) op gezag van ‘Abdoellaah ibn ‘Amr ibnoel-‘Aas (radiallaahoe 'anhoemaa), met deze tekst: “Alle zonden worden voor de martelaar vergeven, behalve zijn schulden!”

6 Voetnoot Mohammed ibn Fahd: Shaych ibn Baaz –rahiemehoellaah- werd gevraagd over de regelgeving van het vechten onder het vaandel van een ongelovige leider. Hierop zei hij –rahiemehoellaah-: “Nee, hij is hiermee zondig!” Van de cassetteband commentaar op Kitaab al-Djihaad uit Boeloegh al-Maraam kant A.

7 Voetnoot vertaler: Dit verduidelijkt hoe men moet oppassen met het zomaar aannemen van kennis van Jan en alle man, zelfs als zij voor ‘studenten van de kennis’ doorgaan. Want, niet iedereen die iets heeft gestudeerd kan ook gelijk als een soort van informatiebalie fungeren waarvan elke uitspraak per slot van rekening voor waar moet aangenomen worden. Het is daarom belangrijk dat we leren onderscheiden van wie van hen (studenten van de kennis) ook daadwerkelijk op dezelfde manhadj zitten als die van de grote bekende geleerden! Wees dus gewaarschuwd, want een gewaarschuwd persoon die telt voor twee!!!

8 Voetnoot vertaler: Dit is een belangrijk boek wat is aanbevolen door o.a. Shaych Saalih al-Fauwzaan en al-‘Allaamah Shaych Zayd al-Madchalie –hafidhehoemaallaah- wat een weergave is van wat de Islaamitische wetsbepaling is voor de Djihaad. Met andere woorden wordt er in dit boek besproken wat de argumenten zijn voor het feit of de Djihaad in zijn algemeen Fard al-‘Ayn of Fard al-Kifaayah is. De Shaych bewijst in dit maar liefst (118) pagina tellende boek dat hetgeen wat er uit het aanwezige argumentatiemateriaal kan worden opgemaakt is dat de Djihaad over het algemeen Fard al-Kifaayah is. (De verplichte situaties hebben we zojuist bij voetnoot nr.2 verduidelijkt) Dit denderende boek is tevens een geweldige weerlegging van degenen die beweren dat de Djihaad en de verdediging van de Islaamitische landen de belangrijkste soort van Fard al-‘Ayn (individuele verplichting) is, zoals dit de uitspraak van Shaych ‘Abdoellaah ‘Azzaam en zijn studenten, waaronder Oesaamah bin Laden is. De Qoetbies, Djihaadies en Takfieries van deze tijd hebben deze methodiek van ‘Abdoellaah ‘Azzaam overgenomen en prijzen de man en zijn volgelingen aan alsof zij van de grote geleerden van deze tijd zijn. Zie dit belangrijke boek voor meer informatie en kennis.

9 Voetnoot vertaler: Denk aan o.a. niet-moslim burgers die met een legitieme verblijfsvergunning (het verbond) in een Islaamitische land zoals, Saoedi-Arabië, Marokko of Algerije wonen of verblijven.

bron: www.selefiepublikaties.com

0 reacties:

Een reactie posten

Live duroos